Steeds meer fabrikanten brengen liggende boilervaten voor warmtepompen op de markt. Waar Nibe vorig jaar het voortouw nam met de introductie van een horizontaal spiraalboilervat, volgen inmiddels ook andere partijen. Dat is logisch, want in bestaande woningen is het vaak lastig om een staand vat kwijt te kunnen. Een liggend model kan daarentegen eenvoudig achter een knieschot op zolder worden weggewerkt.
Praktische oplossing voor bestaande bouw
In nieuwbouwwoningen wordt meestal al bij het ontwerp rekening gehouden met ruimte voor een boilervat. Staande modellen van 1,5 meter hoog (en met warmtepompinstallatie al gauw 1,8 meter) kunnen daar prima geplaatst worden. In bestaande bouw ligt dat anders. Daar ontbreekt vaak de ruimte, waardoor een liggend vat een praktische uitkomst biedt. Plaatsing achter het knieschot zorgt ervoor dat geen bruikbare woonruimte verloren gaat. Ook in nieuwbouw kan dit slim zijn: op plekken met een maximale hoogte van 1,2 meter neemt het vat nauwelijks ruimte in beslag.
Vraag naar horizontale modellen groeit
Het eerste liggende boilervat van Nibe, de RSH 240 met een inhoud van 220 liter, kan worden gecombineerd met verschillende lucht/water- en water/water-warmtepompen van het merk. De verkoop loopt goed, vooral in de bestaande bouw. Er zijn plannen om een groter model met meer inhoud toe te voegen. Een kleinere versie is volgens de fabrikant niet nodig: voor kleine vaten is meestal wel ruimte en technisch is het bovendien lastiger om een compacte spiraal in een horizontale vorm te realiseren.
Efficiënte opwarming in lagen
Om toch efficiënt te blijven werken, is de spiraal in het Nibe-vat zo ontwikkeld dat het water in lagen van boven naar beneden wordt verwarmd. De langwerpige lussen van de spiraal liggen horizontaal boven elkaar en zorgen voor een goede verdeling. Net als bij een staand model wordt zo het water gelaagd verwarmd, wat gunstig is voor het rendement.
Technische uitdagingen bij horizontale vaten
Het ontwikkelen van liggende boilervaten is minder eenvoudig dan het lijkt. Door de beperkte hoogte liggen de aanvoer- en retourtemperaturen dichter bij elkaar dan in een staand model. Hierdoor zijn grotere temperatuurverschillen moeilijker te realiseren. Bovendien moet een spiraalboiler voor warmtepompen meer overdrachtscapaciteit hebben, omdat de aanvoertemperatuur vanuit een warmtepomp lager is dan die van een gasketel. Dat vraagt om een zorgvuldig ontwerp en meer vakmanschap in de productie.
Nieuwe modellen van Nederlandse makelij
Ook Nederlandse fabrikanten brengen nu liggende boilervaten op de markt. Dat is niet verwonderlijk: de compacte plaatsing achter een knieschot is bij uitstek geschikt voor Nederlandse woningen. Itho Daalderop en Inventum toonden hun nieuwe modellen op de VSK-beurs en brengen ze na de zomer op de markt.
Het vat van Itho Daalderop komt in drie uitvoeringen (200, 240 en 270 liter) en kan worden gecombineerd met de eigen WPU-water/water-warmtepompen en de nieuwe lucht/water-warmtepomp Vincent. Bij dit systeem wordt het water niet via een spiraal, maar via een externe platenwisselaar verwarmd. Daardoor ligt het aandeel direct tapbaar water met 95 procent relatief hoog. Het rendement ligt iets lager dan bij staande modellen, omdat de gelaagdheid minder sterk is.
Inventum brengt een vat van 220 liter. Hoewel het al gepresenteerd is, wordt er nog gewerkt aan de ontwikkeling van de spiraal, die een speciale vorm krijgt om het rendement te verbeteren. Naar verwachting komt dit nieuwe vat eind dit jaar op de markt.








